Runderbouillon is een heldere soep en is erg geliefd als basis voor vele Oostenrijkse soepen. Om een goede soep te bereiden zijn slechts enkele handelingen nodig, maar je moet er wel de tijd voor nemen om het te bereiden.
De runderbotten heel goed wassen met warm water, vervolgens in koud water leggen en enkele minuten koken; daarna zeven en met koud water afspoelen. Het vlees met de botten, de soepgroenten, de ui en de specerijen in een pan met een ruime hoeveelheid water doen en toedekken. Vervolgens 2 – 3 uur langzaam laten doorkoken. Let erop dat de soep niet te hard kookt, omdat die dan troebel wordt.
De soep aansluitend zeven, op smaak brengen en met bieslook bestrooien.
Voor de Grießnockerl (griesmeelknödel) de boter met het ei, zout en een vleugje nootmuskaat mengen. Het griesmeel eraan toevoegen, goed door elkaar roeren en 5 minuten laten rusten. Knödel in gewenste grootte snijden, aan de kokende soep toevoegen en ca. 15 minuten laten trekken.
Eet smakelijk! Mahlzeit!