Thomas Bernhard
De plaatsen van energie van de excentrieke denker
Thomas Bernhard, de ongrijpbare en moeilijke figuur, was een meedogenloze literaire spiegel: precies en puntig ontleedde hij de Oostenrijkse ziel. Zijn herhaalde tirades van haat werden een kunstvorm; gepassioneerd ging Bernhard tekeer, omdat hij overal idioten, leugens en nazi's zag. Dit wekte woede op, leidde tot schandalen in Oostenrijk en kreeg internationale aandacht.
Zijn toneelstuk "Heldenplatz"werd bekend als "het grootste theaterschandaal van de Tweede Republiek" in de Oostenrijkse geschiedenis. De wereldpremière vond plaats op 4 november 1988 in het Weens Burgtheater waar Thomas Bernhard vlak voor zijn dood persoonlijk aanwezig was.
Thomas Bernhards favoriete plekken in de natuur en de stad
Het Weense koffiehuis
Het beledigen van Oostenrijk, of "het nest vervuilen", is maar de halve waarheid over de polariserende schrijver. Er was ook de vredelievende Thomas Bernhard. Toen hij bijvoorbeeld aan zijn toneelstukken, romans en korte verhalen werkte in zijn stamkoffiehuis, het Café Bräunerhof in het centrum van Wenen.
Hier spreken de obers je nog steeds aan met "gnä' Frau, gnä' Herr", een oude, beleefde Weense begroeting ("gracieuze dame/heer"). Met bollampen, rechthoekige stenen tafelbladen, houten stoelen en gecapitonneerde banken voelt de ruimte bijna aan als een woonkamer.
Toen en nu verschuilen sommige gasten zich achter de pagina's van internationale kranten, nippend aan een Wiener Melange, misschien genietend van een stuk apfelstrudel - de essentie van de klassieke Weense koffiehuiscultuur.
Hier zijn mensen ongestoord, met niets dat hen afleidt van wat er echt toe doet - een sfeer die gewaardeerd werd door kunstenaars uit verschillende scenes, die net zo graag het Bräunerhof bezochten.
Kunsthistorisch Museum Wien
Thomas Bernhard had niet veel nodig om zich op zijn gemak te voelen. In het Kunsthistorisches Museum was een bankje voor het schilderij "Portret van een oude man met baard" voldoende Het werd rond 1570 geschilderd door Tintoretto en komt ook voor in Bernhards roman "Oude meesters"
In het verhaal bezoekt muziekcriticus Reger het eerbiedwaardige museum al meer dan 30 jaar met grote regelmaat. Van 11.00 tot 13.30 uur overdenkt hij het portret van de oude man met de baard en de absurditeit van kunst, het leven in het algemeen en het leven in Oostenrijk in het bijzonder.
Huizen als krachtplaatsen
Zijn toevluchtsoorden waren essentieel voor Thomas Bernhard. Als "hoge gast" dineerde hij regelmatig in het Gasthof Klinger in Gaspoltshofen, een klein dorpje in Oberösterreich. Het culinaire hoogtepunt was de Frittatensuppe (heldere runderbouillon met reepjes pannenkoek, "Frittaten"), die werd gevierd in zijn toneelstuk "De Theatermaker"
Drie huizen dienden als schuilplaats voor Thomas Bernhard. Hij renoveerde nauwgezet een vervallen 14e-eeuwse boerderij in Ohlsdorf in de regio Traunviertel: "Het pand is eeuwenoud, gelegen tegenover het Höllengebergte, in een regio die ik altijd heb beschouwd als mijn ware thuisland, door afkomst en voorkeur," schreef Bernhard.
Naarmate zijn roem groeide, kreeg de schrijver echter bezoek van nieuwsgierige toeschouwers. Om te ontsnappen kocht hij "die Krucka," een oude, goed verstopte boerderij bij Gmunden aan het Traunmeer. Kort daarna kocht hij het Quirchtenhaus in Ottnang bij Wolfsegg in Oberösterreich.
Natuur en ontspannen wandelen
Door een ademhalingsziekte was Thomas Bernhard te zwak voor zware lichamelijke inspanning, maar hij hield van wandelen. Wandelen was ook een centraal thema in zijn werk. Zijn personages lopen om te denken en denken om te lopen. In zijn verhaal "Wandelen" voert hij dit principe tot in het extreme door
Wie letterlijk in de voetsporen van Thomas Bernhard wil treden, moet te voet op pad gaan:
Neem zijn favoriete wandelpad, dat hij liep tijdens zijn tijd in Sanatorium Grafenhof in de Salzburger Pongau. Het pad, ongeveer 5 km lang, is nu omzoomd met informatiepanelen die vertellen over de belangrijkste momenten van de dichter.
In Ohlsdorf in Oberösterreich loopt ook een rondwandeling door de streek die Bernhard inspireerde en die herhaaldelijk in zijn werk voorkomt. Dit is geen "loop in de voetsporen van", maar is bedoeld om Bernhards motief van "wandelen en denken" tot een belevenis te maken.