Thomas Bernhard: Ontdek Oostenrijk met een dwarsdenker
Als er iets de meest controversiële schrijver van Oostenrijk typeert, dan zijn het wel zijn tegenstellingen: gevoelens van afstand maar ook van nabijheid, van afwijzing maar ook van hartelijkheid. Thomas Bernhard (1931-1989) is een figuur die nauwelijks te vatten is, maar tot op de dag van vandaag blijft fascineren en verwonderen. Een sporenzoektocht.
Oostenrijk heeft een schandaal nodigen
Thomas Bernhard was als mens ontoegankelijk en moeilijk, maar hij hield ons een genadeloze literaire spiegel voor. Minutieus en ter zake ontleedde hij de Oostenrijkse ziel, en dat zonder te moraliseren. De haattirade verhefte hij tot een kunstvorm. Bernhard kon hartstochtelijk schimpen en schelden, overal zag hij idioten, leugenaars en Nazi’s. Dat zorgde vaak voor opschudding, veroorzaakte schandelen en ging ook internationaal niet onopgemerkt voorbij.
‘De staat heeft schandalen nodig. Zo’n schandaal werkt als een reusachtig ventiel. (…) Oostenrijk zou zonder Thomas Bernhard in geen enkele West-Duitse krant meer terug te vinden zijn. Eigenlijk is hij bijna reclame. Geen betere reclame voor Oostenrijk dan Thomas Bernhard’. Woorden van de Duitse toneelauteur Heiner Müller, toen het stuk ‘Heldenplatz’ op 4 november 1988 in het Wiener Burgtheater in première ging en een echt schandaal veroorzaakte.
Het Weense koffiehuis
Schelden op Oostenrijk en het eigen nest bevuilen, het is maar één kant van Thomas Bernhard. Er was ook de vredevolle Bernhard. Die kreeg je te zien in zijn stamkoffiehuis Bräunerhof in de Stallburggasse in Wenen, waar hij werkte aan zijn theaterstukken, romans en verhalen. Het café oogt nog net zo authentiek als vroeger.
De obers groeten je hier nog met gnä’ Frau, gnä Herr, aan de vierkante stenen tafeltjes staan traditionele houten stoelen en banken, die baden in het licht van bolle lampen. Veel gasten zitten verstopt achter internationale kranten zoals The Washington Post of de Frankfurter Allgemeine, de echte begeleiders van je Wiener Melange. Niets kitscherig leidt hier af van de essentie, en dat wisten ook talrijke bekende acteurs en artiesten te appreciëren.
Het Kunsthistorisches Museum in Wenen
Thomas Bernhard had niet veel nodig om zich goed te voelen. In het Kunsthistorisches Museum in Wenen volstond een zitbank, voor het schilderij ‘Man met een witte baard’ van Tintoretto. Het werk dateert van rond het jaar 1570, en het doek duikt ook in zijn boek ‘Oude meesters’ op. Daarin bezoekt de muziekcriticus Reger al meer dan dertig jaar met een stipte regelmaat het aloude museum. Dat wil zeggen: om de twee dagen. Van elf uur tot halftwee bekijkt hij het portret van de oude man met de baard en denkt hij na over de belachelijkheid van kunst, het leven in het algemeen en speciaal dan het leven in Oostenrijk.
Hij hield van wandelen. De ene voet voor de andere te zetten was het centrale motief in zijn theaterstukken en romans.


Thomas Bernhard
-
Leven1931 - 1989
-
WoonplaatsWenen
-
RetraitesOhlsdorf, Ottnang, Krucka
-
SchrijverRomans en theaterstukken
-
Zijn meest omstreden werkDer Heldenplatz (1988)
Een leven zonder pathos
Op 9 februari 2021 zou Thomas Bernhard 90 jaar geworden zijn, maar 32 jaar geleden stierf hij.
Zijn graf op het Grinzinger Friedhof in Wenen-Döbling ligt op een heuvel, beschermd door twee bomen. Op dezelfde plek waar ook zijn ‘Lebensmensch’ of levensgezel Hedwig Stavianicek ligt begraven. Hij leerde haar kennen op zijn negentiende.
Het decor is pittoresk: een sierlijk smeedijzeren kruis, met ernaast een steen om op te zitten. Aan de overkant kleuren de wijngaarden van de lokale wijnhuizen het landschap.
Het is een beeld zoals Bernhard het zelf graag gewild had: zonder pathos, en zonder al te veel tamtam.
Hoewel Bernhard omwille van een longaandoening te zwak was voor grote fysieke inspanningen, hield hij wel van wandelen. De ene voet voor de andere zetten is ook een terugkerend motief in zijn theaterstukken en romans. Bernhards personages lopen, om te denken en opnieuw te denken, en om te gaan. De schrijver drijft dat principe op de spits in de novelle ‘Wandeling’. Daarin komt het hoofdpersonage Karrer op een van zijn regelmatige wandelingen met zijn vriend Oehler in een Weense textielwinkel terecht, en wordt hij uiteindelijk waanzinnig.
Wie in de voetsporen van Thomas Bernhard wil lopen, kan dat letterlijk te voet doen. Bijvoorbeeld op de Lieblingsspazierweg, het pad dat hij met zijn levensgezel Hedwig Stavianicek tijdens hun tijd in Grafenhof uitstippelde. Het goed te bewandelen pad is vijf kilometer lang en omzoomd met infoborden, die vertellen over belangrijke locaties voor de dichter. In Ohlsdorf kun je ook nog een luswandeling maken die je laat kennismaken met de plekken die Bernhard inspireerden en die vaak in zijn werken opduiken. Het is bewust geen ‘In de voetsporen van…’, maar een wandeling waarin je zijn karakteristieke motief ‘Wandelen en denken’ beleeft.