Zoeken

    Buchteln met vanillesaus

    In de traditionele burchten van Salzburg tot Wenen waar buchteln vervaardigd worden, zijn er discussies aan de gang of je deze kleine lekkernijen nu met een B of een W schrijft en wat de juist vulling precies is: pruimenjam of abrikozenjam? Maar zoals altijd in deze kwesties, heeft iedereen gelijk, want alle varianten zijn lekker.

    Voorbereiding

    Haal 1 uur voor de bereiding van het deeg alle ingrediënten uit de koelkast.

    Voor het deeg:

    Smelt de boter. Verwarm de melk tot lauwwarme temperatuur. Meng het ei, de dooier, het zout, de kristalsuiker, de citroenschil, de gist en de lauwe melk en klop dit op met de gesmolten boter. Kneed de bloem ca. 5 minuten tot een glad, zacht, soepel maar niet plakkerig deeg, tot het loskomt van de rand (het beste met een keukenmachine/kneedhaak).

    Dek af met een keukenhanddoek en laat 30 minuten tot 1 uur rijzen bij kamertemperatuur tot het volume ongeveer verdubbeld is. Klop het deeg nog één keer op en laat het daarna nog eens 10 minuten rijzen.

    Smelt de boter om later de buchteln in te dompelen. Verdeel het deeg in 30-35 kleine stukjes. Maak de deegstukken plat of rol het deeg op een werkvlak (bestoven met bloem) uit tot een dikte van 7 - 8 mm en snijd er cirkels van 4 cm Ø uit. Vul met de gewenste vulling (ca. ½ tl per stuk) (het beste met een spuitzak). Trek de randen van het deeg over de vulling en sluit goed af met je vingers. Dompel de buchteln kort in gesmolten boter en leg ze in een bakvorm met de sluiting naar beneden. Doe dit buchtel voor buchtel en leg ze dicht, maar niet te dicht, naast elkaar in de bakvorm. Laat nogmaals ca. 10 minuten rijzen bij kamertemperatuur, afgedekt met de keukenhanddoek.

    Bak de buchteln 30 minuten lichtbruin in een voorverwarmde oven van 160 °C. Laat ze in de bakvorm afkoelen tot ze lauw zijn, zodat ze lekker vochtig blijven. De bakvorm voorzichtig omdraaien, zodat het gerecht onbeschadigd uit de vorm komt, in stukken snijden en bestrooien met poedersuiker.

    Voor de vanillesaus:

    Masseer het vanillestokje tot het zacht is, snijd het in de lengte doormidden en schraap het vruchtvlees eruit. Breng de melk, de room, de suiker en het vanillestokje in een steelpan aan de kook. Klop de dooiers erdoor tot het mengsel dikker begint te worden. Verwijder het vanillestokje en roer de rum erdoor. Serveer, naar wens, de vanillesaus lauw of koud met de buchteln.

    Tips

    Indien de buchteln als kleine lekkernijen worden bereid, laat dan de rum in de vulling en de saus weg.

    Niet gevulde kleine buchteln worden dukatenbuchteln genoemd. Terwijl vanillesaus heerlijk is bij abrikozenjam of pruimenjam, maar geen must, is het bij dukatenbuchteln wel essentiëel. Sommige mensen zeggen dat ze dukatenbuchteln enkel klaarmaken om de zelfgemaakte vanillesaus te kunnen eten.

    media_content.tooltip.skipped