Zoeken

    Paaskrans

    Met slechts een paar ingrediënten tover je jouw eigen paaskransjes in een handomdraai op tafel.

    Bereiding


    Meng de honing en de gist met de melk tot de gist volledig is opgelost. Laat rusten tot zich kleine blaasjes beginnen te vormen.

    Meng intussen de bloem met 1 snufje zout in een grote kom. Voeg het gistmengsel, de boter en de eieren toe aan de bloem en kneed alles door elkaar met de deeghaken van een handmixer tot een soepel deeg. Je kunt natuurlijk ook met de hand kneden. Vergeet dan niet het werkvlak met een beetje bloem te bestuiven. Doe het deeg vervolgens in kom (eerst bestuiven met een beetje bloem), dek af met een theedoek en laat gedurende 1 uur rijzen bij kamertemperatuur.

    Na de rustperiode verwarm je de oven voor op 180°C.

    Bestuif je werkvlak met bloem. Verdeel het deeg in zes stukken gelijke stukken. Rol de deegstukken uit met de hand tot rollen van ongeveer 25 cm lang. Snijd dan 2x in de lengte door met een scherp mes. Vlecht de drie strengen deeg tot een vlecht. Sluit de uiteinden tot een cirkel.

    Bestrijk de kransen voor het bakken met een beetje melk.

    Bak in de oven gedurende ongeveer 25-30 minuten tot ze goudbruin zijn.

    Laat de kransjes na het bakken nog even afkoelen. Leg voor het opdienen een paasei in het midden en geniet met boter en confituur.

    media_content.tooltip.skipped